Hop geeft u op onnavolgbare wijze inzicht in de jeugdzorg mentaliteit.
Hop moet bloeden (na strijd om afgifte contactjournaal gezinsvoogd aan ouders van kinderen) schrijft vervolgens de CHRISTELIJKE jeugdzorg advocaat met baantjes in de kerk en school.
Citaat: "De heer Hop was als voortrekker bezig het systeem lam te leggen. In eerste instantie werd in dit kader gebruik gemaakt van hinderlijke, maar wel legale middelen als het systematisch klagen
en het systematisch om informatie vragen " Bron Regel 21, 22 en 23 Pleitnotities advocaat jeugdzorg op de hoorzitting van het Hof van Discipline 150304.
Deel 1 SS verleden van de Omroepbijdrage
Deel 2 SS verleden van de Omroepbijdrage
Deel 3 SS verleden van de Omroepbijdrage
24 juli 2007.
Geachte heer Hop,
Al een hele tijd staan op uw website mijn belevenissen met de op 1 januari 2000 afgeschafte dienst omroepbijdragen en de Puttense politie, te vinden via www.burojeugdzorg.nl/218.htm
Bijgaand op de CD-rom vindt u het geheel herschreven stuk aangevuld met passende cartoons, belangrijke krantenartikelen, een aantal hyperlinks, mijn correspondentie met de oud-staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Onderwijs (nee, geen mop...!!!) Aad Nuis, twee vonnissen en foto's van direct betrokkenen.
Met vriendelijke groet en alvast bedankt voor uw bereidwilligheid.
Dhr. H.J. Hoogeveen, Postbus 193, 3880 AD Putten
Met dank aan
A.
Hitler, H.A.
Rauter en A.
Seyss Inquart
Het SS-verleden van de omroepbijdrage
Omdat
veel Nederlanders die de bezetting van ons land tussen 10 mei 1940 en 5 mei 1945
hebben meegemaakt zich bepaalde details ervan niet meer goed kunnen
De
lezer dient zich te realiseren dat de omroepbijdrage nog steeds bestaat en op 1
januari 2000 werd gefiscaliseerd.
Twintig
publieke- en een flink aantal regionale zuiltjes die plus hun dure
personeel in de 21e eeuw allang op eigen benen hadden moeten staan,
ontvangen deze
Eerste
waarschuwing
voor al dan niet confessionele politici: indien u last van heimwee heeft naar de
situatie van vóór 1 januari 2000 en met stiekeme plannetjes
Laat
duidelijk zijn dat hetgeen eind december 1999 door de Eerste Kamer in
meerderheid werd besloten en naderhand door Beatrix werd bekrachtigd, niet
zomaar
Tussen
1 jan 1941 en 5 mei 1945 heette het luistervergunning. Tussen 10 okt 1945 en 2
okt 1951 heette het omroepbijdrage, maar in de
volksmond
luistergeld. Tussen 2 okt 1951 en 10 feb 1997 kijk- en luistergeld en op 11
februari 1997 opeens…. BESTEMMINGSHEFFING!
Op 15
mei 1940 werden Sonderführer Z(leutnant) Arthur Freudenberg en zijn 15 man
sterke radiogroep van de Propagandakompanie “Holzhammer” in Hilversum
bijna
met open armen en bloemen door de Avro-directie ontvangen. Een citaat uit het
boek Radio Hilversum 1940-1945 van Dick Verkijk:
…”De
Duitse radiogroep had een volledige uitrusting meegenomen voor het geval dat de
studioapparatuur zou zijn vernietigd. Maar ze vonden alles keurig aangeharkt.
Dat moet voor de Duitsers een beetje een anticlimax zijn geweest en de
‘Deutsche Zeitung in den Niederlanden’ had dan ook de grootste moeite om van
dit rustige binnenwandelen nog iets heldhaftigs te maken: “Es bleibt das
besondere Verdienst einer Propagandastaffel der deutschen Wehrmacht, mit einer
geradezu verblüffen-
den
Schnelligkeit das völlig derangierte niederländische Rundfunkwesen in wenigen
Stunden wieder so weit in Gang gebracht zu haben, dass ein hingänglich normaler
Dienst
in Erscheinung treten konnte”. Dank zij de hulp van het Nederlandse technische
personeel ‘dat zich allerbereidwilligst ter beschikking stelde’ konden alle
problemen worden opgelost, zodat ’s avonds om acht uur het eerste Nederlandse
nieuwsbulletin kon worden uitgezonden”…, einde citaat.
Maar al
snel werd duidelijk dat Nederlanders geen behoefte hadden aan arisch gebral via
de radio. Het verbod om naar de Engelse zender te luisteren werd dan ook massaal
genegeerd. Om het luisteren naar de Engelse zender tegen te gaan werd op 1 jan
1941 door Arthur Seyss Inquart(rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse
gebied) en Hanns Albin Rauter(hoofd van de SS, Sicherheitsdienst en de politie)
de Dienst
Luistervergunningen opgericht, een en ander met goedkeuring van Adolf
Hitler.
In die
dagen werden luistervergunningen alleen verstrekt aan NSB-ers en andere
Duitsgezinden. Het toenmalige luistergeld bedroeg negen gulden per jaar.
In 1943
werd de beschikking van 1 jan 1941 aangescherpt, hetgeen inhield dat alle
radiotoestellen moesten worden ingeleverd. Indien je door de Dienst Luister-
vergunningen
en de Gestapo werd betrapt op “illegaal” radiobezit, betekende dat in
nagenoeg alle gevallen opsluiting in een concentratiekamp.
Wijlen
mijn vader (hij overleed in 1971 op 62-jarige leeftijd) was een van de velen die
het slachtoffer werd van verraad. Hij zat ondergedoken in zijn woonplaats
Amersfoort want hij had zich niet gemeld voor de arbeitseinsatz(dwangarbeid in
Duitsland), had geen ausweis en had zijn radio ook niet ingeleverd.
Tijdens
een razzia in 1943 werd hij met vele anderen opgepakt en opgesloten in het zgn
Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort(PDA).
Wat zich
daar heeft afgespeeld laat zich hier niet beschrijven. Ternauwernood overleefde
mijn vader de oorlog en de verschrikkingen van kamp Amersfoort.
Na de
bevrijding was Nederland niet alleen in bestuurlijk opzicht een puinhoop. Het
land moest in de meest letterlijke zin weer worden opgebouwd. Snelle besluiten
over de
aanpak van tal van problemen waren
dringend noodzakelijk en Nederland kende zelfs een periode van militair gezag.
Wat na 10 oktober 1945 door Wilhelmina en haar politieke lakeien ook vlot werd
geregeld was de legalisatie en omvorming van de beruchte Dienst
Luistervergunningen tot de dienst omroepbijdragen –in de wandeling de DOB-
compleet met koninklijke goedkeuring. De op nazi-leest geschoeide
incassomentaliteit was voor Wilhelmina en consorten ook geen probleem.
De
aanduiding luistervergunning werd vervangen door het heel eufemistisch
omroepbijdrage te noemen en dat was Haagse opzet. Op die manier werd de schijn
van betrokkenheid gewekt. Nu moet de lezer niet vergeten dat publieke zuiltjes
na de bevrijding geen rooie cent te makken hadden. Om deze nijpende situatie aan
het publiek duidelijk te maken, gingen nieuwbakken DOB-ers in de eerste jaren na
de bevrijding op dezelfde manier de woonwijken in zoals de Gestapo en de
voormalige Dienst Luistervergunningen dat tussen 1 jan 1941 en mei 1945 gewend
waren: in burger met lange leren jassen
en gleufhoeden.
Vijf
jaar lang murw gebeukt met alle middelen door de Duitse bezetter, plus dat lang
na de oorlog tal van zaken en levensbehoeften nog op de bon waren, waren
Nederlanders door die nieuwe leren jassen- en gleufhoedenbrigade gemakkelijk te
overdonderen. In leven blijven en een dak boven je hoofd was belangrijker dan je
het gezeur van het legertje intimiderende, ambtelijke loopjongens van Hilversum
op de hals te halen.
De
saamhorigheid en het verzet van ’40-’45 waren verdwenen. Trouw aan het gezag
stond nu voorop, een verschijnsel dat nauw verwant is aan de calvinistische
achtergrond van ons land. Die trouw aan het gezag werd door de overheid volledig
uitgebuit, met het gevolg dat de omroepbijdrage vlot werd betaald.
Van
begin tot einde van het DOB-regime(10-10-1945 t/m 31-12-1999) betekende het bezit
van een radio (nb, na 2 okt 1951 kwam daar de TV bij) dat men verplicht
was de
omroepbijdrage te betalen. Mede door deze uitgekookte Haagse constructie,
inclusief de handtekeningen van respectievelijk Wilhelmina, Juliana en Beatrix,
nam het
inkomen van publieke zuiltjes en het legertje bekende omroepbobo’s in
Hilversum een hoge vlucht.
Maar
lang niet alle Nederlanders pikten de door politiek Den Haag gelegaliseerde
afpersingspraktijken van de DOB. Regelmatig vonden er dan ook DOB-razzia’s
plaats waarbij het decor behoorlijk krap kon worden. In dergelijke gevallen
waren gewone Nederlanders altijd de klos. Maar als je bekende Nederlander was
kon je zonder betaling van de omroepbijdrage inbeslagname van je radio en TV
voorkomen. Bijkomende voorwaarden: je moest goed in de slappe was zitten en ook
flink dreigen met een legertje advocaten. Een en ander viel te destilleren uit
een interview met radio 538-baas Erik de Zwart dat op 16 aug
In dat
interview zei E. de Zwart: “Kijk- en luistergeld betaal ik niet. Laatst kwam
er thuis zo’n meneer aan de deur, van de controledienst. Ik hoopte dat hij
mijn TV zou meenemen. Dan had ik het tot de hoogste rechter uitgevochten. De
overheid mag niet zomaar mijn brievenbus dichtplakken. Hetzelfde geldt, lijkt
me, ook voor mijn radio en televisie”. Het kan niet anders dan dat de DOB in
het geval van E. de Zwart eieren voor haar geld heeft gekozen en vette koppen in
de krant cq negatieve publiciteit aangaande het (gewelddadige!) incasseren van
geld voor de publieke omroepen heeft afgewend door E. de Zwart ongemoeid te
laten.
Buiten
een schriftelijk zoethoudertje van E. de Zwart weigeren hij en zijn interviewer
R.Ockhuysen van de Volkskrant tot op de huidige dag ieder commentaar.
Mede op
basis van de ervaringen van mijn vader en die van anderen tijdens de oorlog en
daarna was er qua mentaliteit en werkwijze weinig verschil tussen de
Dienst
Luistervergunningen van ‘40-‘45 en de gelegaliseerde naoorlogse variant de
DOB. Want als je in bezit
was van een radio –en na 2 okt 1951 een TV- en
deze
ontvanginrichtingen niet had aangemeld en bij herhaalde aanmaningen bleef
weigeren de omroepbijdrage te voldoen(nb, tussen 10-10-1945 en 31-12-1999
was de
reden van weigering de omroepbijdrage te voldoen voor de DOB en de politie niet
van belang!), dan kon je op “staatsvisite” met geweld rekenen.
Deuren
werden daarbij ingetrapt en ruiten uit hun sponningen geslagen. Democratisch
gekozen volksvertegenwoordigers hadden de wet zodanig aangepast dat het
niet
uitmaakte of je nu wel of niet thuis was. Waren deze rijksgesubsidieerde
loopjongens van Hilversum eenmaal binnen, dan werd je apparatuur onklaar
gemaakt middels verzegeling van de netstekkers dan wel inbeslaggenomen en
elders opgeslagen. Alle daarbij veroorzaakte schade was altijd voor eigen
rekening.
Dat aan
deze koninklijk goedgekeurde incassoterreur nauwelijks ruchtbaarheid werd
gegeven, had niet alleen te maken met schaamte van de slachtoffers.
Na
zo’n razzia deden DOB en politie er alles aan om iedere vorm van publiciteit
te voorkomen. Voornaamste reden: de
meer dan innige relatie tussen politiek
Den
Haag, publieke omroep, landelijke pers in casu het Bedrijfsfonds voor de Pers.
Maar daarover later meer. In ieder geval was de inbeslagname van de (vaak dure)
apparatuur en het gemis van radio- en TV-programma’s voor de slachtoffers van
deze razzia’s zo traumatisch, dat zij alsnog door de knieën gingen voor de
chanta-gepraktijken van de DOB en politie en de omroepbijdrage plus boete
betaalden. Voor alle duidelijkheid: het inbeslagnemen van apparatuur als
chantagemiddel
om
betaling van de omroepbijdrage af te dwingen werd tot en met 31 december 1999
door de DOB volgehouden!
Dat
tijdens al die DOB-razzia’s Artikel 10 lid 1 en Artikel 1 lid 1van het Eerste
Protocol van het EVRM op grove wijze werd geschonden, maakte voor DOB-ers
en de
politie geen verschil.
EVRM is:
Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele
vrijheden/Recht
van Vrije Nieuwsgaring/ongestoord genot cq bezit
van
eigendommen zonder inmenging van overheidswege, ongeacht grenzen. Het EVRM werd
op 4-11-1950 door de Staat der Nederlanden ondertekend en geratificeerd.
Politiek
Den Haag in casu het Min.v.OCW en het Min.v.Justitie hebben na later zal
blijken, niet alleen het EVRM herhaaldelijk aan hun laars gelapt.
Tweede
waarschuwing voor al dan niet confessionele politici: ondertekende en geratificeerde
verdragen overstijgen nationale wetgeving.
Rechters,
woningcorporaties, private verhuurders, de overheid als geheel etc, kunnen zich
niet aan de bepalingen van de door Nederland onder-tekende en
geratificeerde internationale verdragen, zoals in dit geval het EVRM,
onttrekken.
Dat
betekent dat klagers er zonder advocaat een rechtstreeks beroep op kunnen doen.
Ongeacht
de reden en op wat voor wijze dan ook de vrije nieuwsgaring cq de ontvangst van
radio- en TV-programma’s verhinderen/onmogelijk maken is altijd strijdig met
het door Nederland ondertekende en geratificeerde EVRM.
Daarom
zijn huur- of koopcontracten van woningen e.d. die een (schotel)antenneverbod
bevatten niet rechtsgeldig.
Bovendien
is de ontvangst en beeldkwaliteit van het gigantische aantal satelliet-tvzenders(zéker
met motorsturing!) absoluut niet te vergelijken
met
het te verwaarlozen aantal tv-zenders dat via storingsgevoelige en achterhaalde,
dure kabeltechniek en dito abonnementen wordt aangeboden.
Derde
waarschuwing voor al dan niet confessionele politici: voor u en uw collega’s op
lokaal niveau, directeuren van woningcorporaties e.d. geldt, dat het geen zin
heeft pogingen in het werk te stellen ondertekende en geratificeerde verdragen
éénzijdig op te zeggen, zgn om het aantal (schotel) antennes terug te dringen
dan wel de vrije nieuwsgaring
op welke wijze dan ook te verbieden.
Indien
u(vanwege uw religieuze voorkeur)problemen heeft met b.v.het programma-aanbod
van bepaalde satellietzenders, moet u niet de tv-kijker
gaan
stressen met een (schotel)antenneverbod e.d. maar dan dient u zich te wenden tot
de exploitanten. Niet kijken voorkomt gezeur.
U
weet ook heel goed dat u nationaal en internationaal een zeer slechte beurt
maakt indien u de inhoud van het EVRM aan uw laars lapt.
In
een democratisch land als het onze zit het electoraat niet te wachten op
dictatoriale ambities, maw: hoe zou u het vinden als van de ene op de andere dag
uw brievenbus door derden dichtgeplakt zou worden?
Denk
dus niet dat iedereen alles slikt. Zadel niemand op met ondemocratische
verrassingen waar u zelf ook niet op zit te wachten!
2 april
1998… Tegen half drie die middag
was schrijver dezes aan de beurt om kennis te maken met de koninklijk goedgekeurde incassoterreur
van de dienst omroepbijdragen. Op last van de laatste DOB-baas Mr. R.M.Peters
werden de DOB-ers R.H.C.Noom en P.J.H.Olijslager van de DOB-standplaats
Maarssen(Bisonspoor 371) naar Putten gestuurd. Daar kregen zij assistentie van
drie leden van de politie Noordwest Veluwe, Team Putten, t.w: inspecteur
G.Teunissen, brigadier D.E.J.Akster en hoofdagent G.Kroes.
Voordat
u doorgaat met lezen moet u niet vergeten dat toen Onze Lieve Heer intelligentie
uitdeelde, de DOB als geheel en dat “cocktailtrio” uit Putten achteraan in
de rij
stonden.
Hieronder
vindt u het bewijs dat G.Teunissen zijn handtekening onder een door de DOB
zelf gedrukte machtiging tot
binnentreden van een woning had gezet.
G.Teunissen
die in de regio bekend staat als onbezoldigd “siervogelspecialist”, ging op
2 april 1998 helemaal op in zijn rol als tijdelijk hulpje van de officier van
justitie.
LET
OP: onderstaande
machting was destijds bedoeld om zonder toestemming van de bewoner “binnen te
treden”,
óók als deze niet aanwezig was..!!
Teneinde
het toch al exorbitant hoge inkomen van publieke omroepbobo’s veilig te
stellen had politiek Den Haag besloten de DOB meer bevoegdheden te geven
dan het
landelijke politieapparaat. D.E.J.Akster(gelukkig niet meer in functie) ging die
middag helemaal uit zijn dak als ruitentikker, compleet met de door het Rijk
verstrekte koevoet. Met de kreet “Nou moet dat geouwehoer eens een keer
afgelopen wezen” sloeg hij twee keukenruiten kapot, maar niet voordat ik een
aantal keren moest vragen waar de heren voor kwamen en het vertikten antwoord te
geven. “Wij komen voor u”, riep G.Kroes droog. Met geweld werden Artikel 10
lid 1 en
Artikel
1 lid 1 van het Eerste Protocol van het EVRM buiten werking gesteld en werd en
passant door deze vijf lakeien van OCW, Beatrix en de publieke omroep ook
nog even
de werking van Artikel 1 sub aa, bb en cc van de Mediawet zonder tussenkomst van
de wetgever verruimd.
Want
direct nadat deze gesubsidieerde Bende van Vijf binnen was getreden had ik
DOB-er R.H.C.Noom nog gewaarschuwd zich alleen bezig te houden met radio’s en
TV’s, hetgeen door hem werd herhaald. Maar de nauwelijks intelligentere
P.J.H.Olijslager gaf zijn collega te verstaan om videorecorders ook weg te
halen.
Op 2
april 1998 werd de klok dus met geweld een dikke 50 jaar teruggedraaid. Als
Rauter, Seyss Inquart en Hitler nu nog geleefd hadden, zouden ze zich vergenoegd
in de
handen gewreven hebben. Nadat het hele huis ondersteboven was gekeerd
verwisselden 14 apparaten van eigenaar.
Daarbij
waren inbegrepen: een
versterker, een cassettedeck, een CD-speler en twee videorecorders.
Om
misverstanden te voorkomen hetvolgende: vóór de 1e januari 2000, dus vóór
fiscalisatie van de omroepbijdrage en afschaffing van de DOB, werden alleen
radio-
en televisietoestellen in Artikel 1 van de Mediawet genoemd. Deze apparaten
zouden binnen dit bestuurlijke gedrocht nog eenmaal van plaats veranderen.
In ieder
geval werden audiovisuele apparaten na 1 januari 2000 uit de Mediawet geschrapt.
Tijdens de afhandeling van het het hoger beroep(6-12-1999, zie verderop
in dit
stuk) tegen de DOB kwam ook aan het licht dat tijdens andere DOB-razzia’s
zelfs computers en playstations inbeslag werden genomen. Onvermijdelijke
conclusie: DOB-ers en politie hebben jarenlang ten gunste van publieke zuiltjes
doelbewust de onoplettendheid/onwetendheid van radio- en TV-bezitters uitgebuit
als het ging
over de
exacte inhoud van Artikel 1 sub aa, bb en cc. Tijdens het bewind van vorige
kabinetten is dat artikel dus vaker zonder tussenkomst van de wetgever verruimd.
Het
kan niet anders of de zgn “controleurs” van vorige kabinetten moeten
jarenlang van deze onwettige DOB-praktijken op de hoogte geweest zijn, andere
klachten genegeerd hebben, doelbewust gezwegen hebben om de dominante positie
van de publieke omroepen niet in gevaar te brengen.
Wat dat
laatste betreft is er met de komst van de commerciële omroepen wel het een en
ander veranderd en de reden waarom Radio Veronica op 31 augustus 1974
uit de
ether moest verdwijnen, ligt dan ook voor de hand. Radio Veronica en andere
zeezenders werden door politiek Den Haag van begin af aan als een regelrechte
bedreiging van het voortbestaan van de publieke omroepen beschouwd.
Toen ik,
onderwijl naar hem toelopend, zag, dat DOB-er R.H.C.Noom druk in de weer was om
Artikel 1 van de Mediawet te verruimen (zie hiervoor) en ik aldus
inbeslagname
van de vijf eerdergenoemde apparaten wilde voorkomen en G.Teunissen opzij wilde
schuiven, werd ik door dit zoveelste “knechtje” van de publieke
omroep
en DOB tegen de grond geslagen. Met geweld werd door deze lokale, door de
belastingbetaler in leven gehouden bevoegdhedenverruimer
de bedeldrift van publieke zuiltjes kracht bijgezet. Na vluchtig door
G.Teunissen gefouilleerd te zijn werd ik door hem en D.E.J.Akster naar het
bureau aan de Brinkstraat 69/Putten gereden. De DOB-ers R.H.C.Noom,
P.J.H.Olijslager en hoofdagent G.Kroes bleven -na naderhand zou blijken!- langer
in mijn woning achter om hun snuffelaarsmentali-teit nog verder uit te leven. Op
het bureau aangekomen moest ik mijn bril, horloge, broekriem en schoenveters
inleveren. Tegen G.Teunissen zei ik dat ik van deze situatie werk zou gaan
maken. Nadat D.E.J.Akster tegen G.Teunissen zei om met mij geen discussies aan
te gaan werd ik opgesloten. Dat laatste verbaasde mij niets.
Want
rauwdouwer G.Teunissen is geen prater, hij moet simpele klusjes doen zoals
spelen met een lasergun, dan is hij in z’n element en hoeft hij niet na te
denken.
En omdat
logisch nadenken, wetskennis en mondigheid van burgers binnen politiekringen(en
dus ook het Puttense kringetje) niet op prijs wordt gesteld, nam ik me
voor de
heren dat op gepaste wijze onder de aandacht te brengen.
Niet
lang daarna verschijnt G.Kroes in de cel en vraagt of ik
thee of koffie wil. Hij neemt ook een videocassette inbeslag welke ik tijdens de
razzia bij me had gehouden
en op de
vensterbank van de cel had gelegd. Ik zeg dat ik nergens behoefte aan heb en
alleen gelaten wens te worden.
We gaan
je straks verhoren, zegt G.Kroes in de deuropening en hij herhaalt zijn vraag
over thee of koffie.
Als ik
niks eet of drink hoef ik niet te pissen of te schijten, zeg ik en dan gaat de
deur weer dicht. Geruime tijd later komt dit “heldere quintet” met
triomfantelijke koppen ietsje beschaafder op visite en krijg ik van
P.J.H.Olijslager een handgeschreven proces-verbaal van meevoeren en opslaan
aangereikt. DOB-jargon was al van begin tot eind tenenkrommend. G.Kroes gaat op
het bankje zitten, pakt zijn notitieboekje en laat een “verhoortruc” op me
los in de vorm van een aantijging over een artikel/ mijnerzijds in de Telegraaf
en op internet (ik ben niet op dat dagblad geabonneerd en heb evenmin internet).
Op hetzelfde moment dat G.Kroes zijn verhaaltje afdraait realiseer ik
me dat
hij, R.H.C.Noom en P.J.H.Olijslager tijdens de snuffelpraktijken in mijn woning
hun tijdelijke, aan de Mediawet gelieerde bevoegdheden hebben overschreden. Kranten
en persoonlijke brieven van derden lezen had niets met het opsporen van
radio’s en TV’s te maken.
Ik trap
niet in de truc van G.Kroes en geef hem te verstaan dat ik niet meebetaal aan de
instandhouding van door de Staat gelegaliseerde nazi-verordeningen, dat ik van
deze situatie werk zal gaan maken, dat de heren zich maar schrap moeten gaan
zetten, plus dat mijn advocaat tijdens de razzia telefonisch werd ingelicht. Aan
vijf koppen zie ik dat mijn mededeling niet op prijs wordt gesteld. G.Teunissen
doet nog een simplistische poging om mijn kennis van ‘40-’45 op te krikken,
blaft in mijn gezicht dat hij mijn kop eraf zal bijten als ik voornoemde razzia
met Gestapomethodes blijf vergelijken(dat is geen verzinsel, gelet op de
belevenissen van velen tijdens de oorlog!).
Als
G.Kroes de videocassette heeft teruggegeven, verdwijnen de heren weer.
Zo tegen
17:45 uur gaat de celdeur weer open. G.Kroes geeft mijn sleutelbos terug, want
in de schuur hadden de heren ook naar “ontvanginrichtingen” gezocht,
overigens
zonder resultaat. Als ik mijn persoonlijke bezittingen in ontvangst heb genomen,
verlaat ik zonder een woord het bureau. Thuisgekomen zie ik dat
mijn
Duitse herdershond opgesloten zit in de woonkamer. Overal in huis ligt glas,
boven ook en zijn kapotgeslagen keukenruiten van staatswege vernieuwd.
Tot mijn
genoegen stel ik vast dat vijf weinig illustere “speurneuzen” nog wel een
Teleaccursus opsporingstechniek kunnen gebruiken.
Een oude
stereotuner stond nota bene in het zicht en werd ongemoeid gelaten. Na controle
van het PB van meevoeren en opslaan blijkt dat de heren zelfs incom-
plete en
defecte apparaten naar Maarssen hebben gesleept. Het zonder tussenkomst van de
wetgever verruimen van de Mediawet zal deze wetsovertreders nog vies
gaan
opbreken, ook omdat de diverse verbindingskabels in de woning werden
achtergelaten. De andere dag heb ik alle cylindersloten vervangen.
Wat ik
me tijdens voornoemd “verhoor” realiseerde klopt precies. G.Kroes,
R.H.C.Noom en P.J.H.Olijslager konden hun tengels niet thuishouden en hebben
per-
soonlijke
brieven van mensen zitten lezen die niets met deze latente Gestapomethodes te
maken hadden. Deze brieven en een krant uit het noorden van het
land
waren van hun plaats gehaald. Veel later hoorde ik van mijn buren dat zij
G.Kroes, R.H.C.Noom en P.J.H.Olijslager tijdens mijn drie uur durende detentie
een
uitbrander hadden gegeven vanwege het laten lopen van mijn hond. Tijdens hun
“snuffelwerk” hadden de heren de vernielde keukendeur open laten staan
zodat
mijn hond er vandoor ging. De heren gaven tegenover mijn buren toe bang voor
mijn hond geweest te zijn.
Tussen 3
en 20 april 1998 probeerde ik via fax en telefoon om de landelijke pers en
politiek Den Haag vanwege deze grove IRT-variant tot actie te bewegen, maar ik
had
evengoed op de trein naar Garderen kunnen gaan wachten. Oorzaak: politieke
partijen waren druk bezig zieltjes voor hun “geloofsovertuiging” te winnen
mbt
de 2e
Kamerverkiezingen van mei
besluit
ik grof geschut in stelling te brengen. Op 20 april 1998 dreig ik toenmalig
staatssecretaris A.Nuis(D66) van OCW…
per fax
met een kabinetscrisis als hij niet binnen 24 uur twee videorecorders, een
cassettedeck, een CD-speler en een versterker retourneert en herinner hem
daarbij
aan de
inhoud van Artikel 1 van de Mediawet. Tevens dreig ik de landelijke pers in te
lichten. Mijn faxbericht hakt erin. Op 21-4-1998 staat DOB-er P.J.H.Olijslager
voor de
deur en zegt dat hij drie apparaten terug komt brengen. Op mijn vraag waar mijn
twee videorecorders zijn antwoordt deze snuffelaar dat die apparaten onder
de
werking van de Mediawet vallen.
Aldus
Aad Nuis(D66), staatssecretaris van
Onderwijs, Cultuur en Onderwijs
op
22 april 1998!
Daarna
probeer ik nogmaals contact met politiek Den Haag te krijgen en blijkt Mohamed
Rabbae van Groenlinks bereid om staatssecretaris A.Nuis(D66)van OCW tot
de orde
te roepen middels Kamervragen
1250, vergaderjaar 1997-1998. Maar al snel blijkt dat meneer Rabbae
zijn taak als controleur van de regering niet erg
Hoe het
ook zij: zwart op wit antwoordt A.Nuis dat beide videorecorders door hem als
ontvanginrichtingen onder sub cc van Artikel 1/Mediawet zijn aangemerkt.
De stunt
met geweld die op 2 april 1998 door twee DOB-ers en drie politieagenten werd
uitgehaald, werd nu door A.Nuis geprolongeerd, maw: het zonder tussenkomst
van de
wetgever verruimen van de werking van Artikel 1 sub aa, bb en cc van de
Mediawet.
Telefonisch
en per fax moest ik er bij M.Rabbae herhaaldelijk op aandringen om de werkwijze
van A.Nuis niet te accepteren. M.Rabbae wekte bij mij ook niet de
indruk
dat hij de inhoud van de Mediawet had bestudeerd. M.Rabbae bleek namelijk last
te hebben van een selectief geheugen. Hij was in 1998, dus vier jaar na
zijn
lidmaatschap van de Enquêtecommissie Opsporingsmethoden de oorzaak van de
IRT-enquête alweer vergeten. Oorzaak
van de IRT-enquête:
opsporingsambtenaren
die zonder tussenkomst van de wetgever hun opsporingsbevoegdheden verruimden,
met de bekende politieke gevolgen.
Na die
enquête moesten Ed van Thijn(PvdA) en Ernst Hirsch-Ballin(CDA) aftreden. Ed van
Thijn is in juni 2007 uit de Eerste Kamer verdwenen en de mediaschuwe
Ernst
Hirsch-Ballin heeft in 2006 na de val van het kabinet Balkenende III de
justitietaken van de afgetreden P.H.Donner overgenomen.
Opsporingsambtenaren
in casu het O.M. en het ministerie van justitie hebben sedert 1994 geen klap
geleerd van de IRT-enquête, want ook na b.v. de invoering van
de
algemene identificatieplicht van 1 jan 2005 is het bijna vaste regelmaat
geworden dat er redenen worden verzonnen, lees: zonder tussenkomst van de
wetgever de
wet
verruimen, om naar een ID-bewijs te vragen, dit ondanks een wettelijke, eind
december 2004 door de 1e Kamer en Beatrix gelegaliseerde toonplicht.
Derhalve
moet het ook als Haagse propaganda worden beschouwd dat Nederland veiliger wordt
met een papierwinkel op zak.
In de
zgn Aanwijzing Uitbreiding
Identificatieplicht, een gratis door het College van Procureurs-Generaal
uitgegeven brochure van drie A-viertjes en waarvan
de
politie en de parketten verplicht op de hoogte dienen te zijn, staat duidelijk
aangegeven wanneer wel en niet naar een ID-bewijs gevraagd mag worden.
Voorbeeld:
’s nachts een blokje om met je hond omdat je niet kan slapen is pertinent geen
reden om naar een ID-bewijs te vragen. Je hond uitlaten cq niet kunnen
slapen
zijn namelijk geen strafbare feiten! De
wet van 1 januari 2005 bevat dus geen draagplicht..! Zie
de startpagina van: http://www.id-nee.nl
Uiteindelijk
werden in juli 1998 opnieuw Kamervragen gesteld(Kamervragen 1647, vergaderjaar 1997-1998)
maar nu aan de opvolger van A.Nuis,
t.w.
Rick van der Ploeg.
Op 11
augustus 1998 blijkt uit het antwoord dat R.van der Ploeg probeert de populaire
jongen uit te hangen door de indruk te wekken “videospecialist” te zijn.
Glashard
en zwart op wit beweert deze nieuwbakken PvdA-staatssecretaris van OCW dat een
videorecorder zelfstandig(..!!) TV-programma’s kan ontvangen
(dat
type videorecorder heb ik altijd al willen hebben/HJH). R.van der Ploeg probeert
ook nog om zonder tussenkomst van de wetgever andere apparaten onder
de
werking van de Mediawet te brengen. In antwoord 4 van Kamervragen 1647
veronderstelt deze politieke onbenul dat ik een tik van een molen gehad zou
hebben,
want hij
probeert me (met de slapende M.Rabbae als doorgeefluik/zie hiervoor) ook nog aan
mijn neus te hangen dat hij reeds vóór de start van Paars II als
staatssecretaris
van OCW in functie was.
M.Rabbae
blijft na dit alles Oostindisch doof, maar wist heel goed hoe de politieke vork
in de steel zat. In tegenstelling tot de uitlatingen van PvdA-er M.Barth
(zie
artikel/Volkskrant verderop) voelde ik me door de zgn “integrere” M.Rabbae
zwaar belazerd, dit omdat hij met zijn pro-Iraanse neus bovenop de feiten zat
en er
niets aan deed! Het is dan ook pure verspilling van belastinggeld geweest dat
M.Rabbae in 1994 lid was van de Enquêtecommissie Opsporingsmethoden.
Waarom
konden OCW-bazen A.Nuis en J.Ritzen van Paars I en R.v.d.Ploeg en L.Hermans…
van
Paars II hun smerige spelletje spelen? Een paar vrije conclusies.
1)Doelbewuste
minachting/geringschatting van schrijver/dezes cq het electoraat in het
algemeen.
2)Slappe,
defensieve vraagstelling inzake Kamervragen 1250 en 1647, vergaderjaar
1997-1998.
3)Bij
Groenlinks hield men na de Kamerverkiezingen van mei 1998 rekening met een
regeringscoalitie van PvdA-VVD-D66-Groenlinks.
In een
dergelijke optie ga je eventuele coalitiepartners niet publiekelijk te kijk
zetten, vooral niet als zwart op wit blijkt dat de werking van een wet –in
dit geval
de
Mediawet- zonder tussenkomst van de wetgever en met
medeweten van A.Nuis en J.Ritzen door de DOB op 2 april 1998 werd
verruimd.
www.hetvrijevolk.com/?pagina=4050
Inclusief
het politieke geklungel van M.Rabbae –en hij was met uitzondering van Atzo
Nicolaï beslist niet de enige- werd na 2 april 1998 duidelijk dat Haagse
volksvertegenwoordigers uitsluitend zichzelf vertegenwoordigen en continu last
hebben van dyslexie en autisme.
Omdat de
landelijke pers zelfs na het faxen van bewijsmateriaal bleef zwijgen en de
effecten van de IRT-enquête nog nadreunden, bleek na lang zoeken een
advocate
uit de regio bereid om de DOB middels een kort geding aan te pakken. Inzet:
teruggave van twee wederrechtelijk inbeslaggenomen videorecorders.
Maar op
26 okt 1998 trapt de president F.C.H.M.Robbers van de Haagse
arrondissementsrechtbank als een blind paard in de visie(..!!)van de
beleidsmede-
werker/juridische
zaken A.G.Douma van de DOB, als zou een videorecorder een ontvanginrichting zijn
in de zin van Artikel 1 van de Mediawet en wijst
vervolgens
mijn vordering tot teruggave van beide videorecorders af.
Wat dus
eerst door twee DOB-ers, drie politieagenten, A.Nuis en R.v.d.Ploeg werd gedaan,
deed deze president van de Haagse arrondissementsrechtbank
in zijn
uitspraak van 5 november 1998 nog eens dunnetjes over, namelijk zonder
tussenkomst van de wetgever Artikel 1 van de Mediawet een ruimere werking
geven.
En dat dan op een manier alsof er nooit trias politica was geweest. Omdat ik de
spelletjes van politiek Den Haag en het Openbaar Ministerie zat begin te
worden,
laat ik door mijn advocate hoger beroep aantekenen. Op 6 december 1999 is dat
hoger beroep een feit.
’s
Morgens tussen 10 en 11 uur van de 6e december 1999 draait de
advocaat van de DOB hetzelfde ambtelijke verhaaltje van 26 okt 1998 af. Hij
blijft erop
hameren
dat de twee inbeslaggenomen videorecorders als ontvanginrichtingen aangemerkt
dienen te worden en niet eerder teruggegeven zullen worden
zodra de
openstaande vordering en boete zijn voldaan. Deze koninklijk goedgekeurde
chantagepraktijken ten gunste van publieke zuiltjes zouden nog tot
de
allerlaatste dag van het DOB-regime worden toegepast! In de voorafgaande weken
heb ik samen met mijn advocate een klinkende pleitnota in elkaar
gezet
welke door haar ter zitting wordt voorgelezen. Zij maakt het Hof duidelijk dat
politici in audiovisueeltechnisch opzicht jaren achterlopen en dat de
afschaffing
van de DOB en de financiering van de publieke omroepen via de algemene middelen
in het regeeraccoord van mei 1998 werden aangekondigd.
Fijntjes
laat zij erop volgen dat de DOB in november 1999 van Jack Spijkerman in zijn
programma “Kopspijkers” De Vergulde
Ondersteek kreeg toebedeeld
vanwege
het verzenden van incassodreigementen naar opgezette
katten..! Als
slotopmerking deelt mijn advocate het Hof mede dat ik op basis van de door
Mr.A.van
Lokhorst op internet gezette informatie inzake de strijdigheid van de omroepbijdrage met
Europese regelgeving, de omroepbijdrage niet
zal
betalen. Zij voegt daar nog aan toe dat de DOB bij Mr.A.van Lokhorst nimmer zijn
radio en televisietoestel heeft meegevoerd en opgeslagen, aangezien
hij de
DOB vantevoren een kort geding, met als onderwerp de verschuldigdheid van de
omroepbijdrage, in het vooruitzicht heeft gesteld.
LET
OP! De constructie omroepbijdrage plus reclame ter financiering van publieke
omroepen is in strijd met Europese regelgeving.
Deze
constructie heet concurrentievervalsing en dat is verboden.
R.H.C.Noom
en “aanhang” waren ook ter zitting verschenen. Het Hof verzoekt hem uit de
doeken te doen wat er op 2 april
dit
omdat het proces-verbaal van meevoeren en opslaan niet deugt. Ingevolge de
Mediawet dienen DOB-ers ervoor te zorgen dat inbeslaggenomen apparaten aan
elkaar
gekoppeld worden meegevoerd en opgeslagen, maar de verbindingskabels ontbreken
op het proces-verbaal. Mijn advocate bevestigt dat deze kabels op
2 april
Thuisgekomen
lees ik in de krant dat de Eerste Kamer zal gaan stemmen over de afschaffing van
de DOB en fiscalisatie van de omroepbijdrage.
Die
avond stuur ik naar ieder Eerste Kamerlid een brief om mijn zaak kracht bij te
zetten en duidelijk te maken, dat incassoterreur ter financiering van een paar
publieke
zuiltjes een democratie onwaardig is. Op 22 december 1999 staat het resultaat
van mijn schrijfwerk in de krant: de Eerste Kamer is met een verschil
van vijf
stemmen accoord gegaan met de afschaffing van de DOB en fiscalisatie van de
omroepbijdrage.
Door het
besluit van 22 dec 1999 is in één klap een definitief einde gekomen aan de 59
jaar durende, gelegaliseerde inbrekerspraktijken door DOB-snuffelaars,
niet
zelden bijgestaan door de politie. Want zeg nou zelf: op kosten van de
belastingbetaler zonder sancties bij hem inbreken en hem lekker chanteren is
toch een hartstikke leuk tijdverdrijf? Behalve dan op 2 april 1998. Feitelijk
had de op SS-leest geschoeide Dienst Luistervergunningen nooit na 10-10-1945
gelegaliseerd mogen worden. Maar Wilhelmina en haar politieke lakeien beslisten
op 10-10-1945 anders.
De tekst
van de door de DOB verspreide gele kaart hierboven is veelzeggend. Het is een
typische exponent van de jarenlange achterbakse DOB-mentaliteit.
Dat na 1
jan 2000 geen omroepbijdrage betaald hoeft te worden is onzin, terwijl na die
datum betaling via de algemene middelen cq de schatkist wordt geregeld.
Wat
eigenlijk op die gele kaart had moeten staan: …”Alhoewel
in het regeeraccoord van Paars II in mei 1998 reeds aangekondigd, geven wij toch
met groot leedwezen kennis van het feit dat onze op 1-1-1941 opgerichte club van
snuffelaars en ruitentikkers op 31 december 1999 haar allerlaatste werkdag zal
beleven.
Daaruit
volgt dat wij op last van de minister-president, justitie en OCW na die datum
niet meer lekker zonder sancties (óók bij afwezigheid) bij u mogen inbreken,
uw
eigendommen meenemen en u mogen chanteren, dreigen, net zolang totdat u uw deel
van het salaris van Hilversumse omroepbobo’s hebt voldaan.
Na 1
januari 2000 blijft gewoon via uw belastingbiljet/inkomsten, lees: schatkist
meebetalen aan het levensonderhoud van alle “publieke” en regionale
omroepbobo’s
en de
diverse noodlijdende persorganen. Rest ons nog u mede te delen dat wij met
plezier terugdenken aan de afgelopen 59 jaar, in het bijzonder de
bezettingsjaren.
Want we
leerden veel van onze Duitse vrienden, zij wisten hoe ze de zaakjes voor elkaar
moesten krijgen. Die samenwerking zullen we altijd blijven missen.
Spijtig
dat uw klandizie en de bejegening van ons personeel nooit optimaal was.
Hoogachtend,
Omroepbijdragen”…
Eind
januari 2000 hoor ik van mijn advocate dat DOB-snuffelaars definitief bakzeil
hebben gehaald en we het hoger beroep gewonnen hebben.
Het
Haagse gerechtshof heeft de inmiddels afgeschafte DOB gelast binnen twee maal 24
uur mijn beide videorecorders terug te bezorgen.
Op 3
februari 2000, ’s middags tegen 17:00 uur, verschijnt P.J.H.Olijslager voor de
derde keer aan de deur maar nu om mijn videorecorders te overhandigen.
De
verleiding van een laatste veeg uit de pan kan ik niet weerstaan en zeg: “Als
je op 2 april 1998 je hersens had gebruikt was er niks aan de hand geweest
want je
hebt het mede aan mij te danken dat je weinig illustere clubje van het toneel
verdwenen is”. Hij mompelt dat hij dat niet gelooft.
Ik
onderteken een afstandsverklaring voor de overblijvende negen apparaten en ga
naar binnen om mijn videorecorders weer in gebruik te nemen.
Een
belofte aan de lezer wordt nu ingelost en dat houdt verband met de meer dan
innige relatie tussen politiek Den Haag, publieke omroep,landelijke pers in
casu het
Bedrijfsfonds voor de Pers. Van belang hierbij is een uitspraak van de
voormalige minister van propaganda van nazi-Duitsland t.w. J.Goebbels, namelijk:
“Als
je een leugen maar vaak genoeg herhaalt, gaat iedereen het vanzelf als de
waarheid beschouwen”.
Tot op
de huidige dag wordt deze uitspraak door politici overal ter wereld gebruikt en
denkt u maar niet dat dat in Nederland anders is.
Tevens
is het een publiek geheim dat de pers ook connecties heeft met de politie.
Wekelijks bellen de redacties van b.v. de lokale blaadjes in Putten met
de
politie of er nog nieuws is. Eens per week wordt de lezer dan verblijd met een
lijstje bekeuringen, inbraken en andere criminele activiteiten.
Echter,
de details van de DOB-razzia van 2 april 1998 werden door de Puttense politie
doelbewust buiten de lokale media gehouden!
Maar wat
heeft nu die innige relatie hierboven met voornoemde uitspraak van Goebbels te
maken? Wat voor u verborgen wordt gehouden staat allemaal in de
Mediawet.
Van u wordt verwacht dat u de wet kent maar dat is in veel gevallen een
onhaalbare kaart. In het kader van de “deregulering” komen er steeds meer
nieuwe
regeltjes en verordeningen bij. Het is namelijk zo, dat politiek Den Haag
continu anticipeert op uw onwetendheid cq onoplettendheid.
Feit is,
dat een bepaald percentage van de totale jaarlijkse opbrengst van de nog
steeds bestaande omroepbijdrage wordt gebruikt om de zgn
“noodlijdende”
persorganen
financieel overeind te houden. Dat was vóór de fiscalisatie van de
omroepbijdrage het geval en daarvan komt het eind voorlopig niet in zicht.
Dat
laatste is inherent aan de samenstelling van kabinetten, en dat zijn meestal
confessioneel getinte kabinetten. Hopelijk is het u niet ontgaan dat een via de
belastingbetaler gefinancierd Bedrijfsfonds v/d Pers niet leidt tot een
pluriforme en onafhankelijke pers, maw: wiens brood men eet diens woord men
spreekt.
Vanwege
de jarenlange, innige verhouding tussen politiek Den Haag, de publieke omroep,
de (gesubsidieerde) persorganen en het Bedrijfsfonds voor de Pers is
het met
betrekking tot de hiervoor beschreven DOB-razzia van 2 april 1998 niet
denkbeeldig dat men onderling heeft bekokstoofd de feiten te verzwijgen.
Want
eerder heeft u kunnen lezen op welke wijze M.Rabbae van Groenlinks een kans voor
open doel voorbij liet gaan. Haagse belangen en de financiering
van de
publieke omroep moesten prevaleren boven het openbaar maken van de feiten inzake
het zo goed als zeker jarenlange, buitenparlementair verruimen
van
Artikel 1 sub aa, bb en cc van de de Mediawet.
Een paar
keer heb ik in dit stuk de termen “publieke zuiltjes/omroepen” gebruikt maar
die zijn eigenlijk onjuist. De belastingbetaler, lees: het publiek heeft
in
Hilversum niets in de melk te brokkelen! In
gesubsidieerd Hilversum probeert men de belastingbetaler al jaren een rad voor
de ogen te draaien met prachtige
verhalen
over ledenraden en dat medezeggenschap over de inhoud van radio- en
tv-programma’s dagelijkse praktijk zou zijn. Het is klinkklare onzin.
Deze met
belastinggeld overeind gehouden clubs met hun bobo’s in dure villa’s,
automobielen en bootjes voelen zich oppermachtig, en hun arrogantie ten
opzichte
van de tv-kijker/radioluisteraar is vaak wekelijkse zoniet dagelijkse praktijk.
Voorbeeld
van een omroepbobo in zijn kapitale villa te Hulshorst: Exota- en Jan
Splinter-specialist, tevens Vara-ikoon en Pim Fortuyn-hater Marcel van Dam.
De
irritant linkse signatuur van de redacties van het NOS Journaal en
actualiteitenprogramma’s zoals Nova, Netwerk en Eénvandaag zijn treffende
voorbeelden
van
constante nieuwskleuring cq het niet serieus nemen/betutteling van
belastingbetalers. (en dan hopen ze ook nog dat niemand iets doorheeft)
De
redactie van het NOS Journaal spant wat dat betreft de kroon met de telkens
terugkerende, pro-Palestijnse reportages en het bijna dagelijks ventileren van
de
eigen
mening van de presentoren en verslaggevers, als zou het in die gevallen ook om
nieuws gaan. Daarnaast is dat linkse Nova geen sikkepit beter.
www.hetvrijevolk.com/?pagina=839
www.theovangogh.nl/TRANEN.html
www.hetvrijevolk.com/?pagina=1208
www.hetvrijevolk.com/?pagina=1911
Dat het
zgn “onafhankelijke en onpartijdige” NOS Journaal niet terugschrikt voor het
uitzenden van onversneden Al Gore-propaganda inclusief het geneuzel
van twee
gesubsidieerde BNN-huppelkutjes van
de klimaatpolitie,
kunt u nu ook lezen. www.hetvrijevolk.com/?pagina=3972
Meer
milieu- en klimaatpropaganda voor de liefhebbers op: www.hetvrijevolk.com/?pagina=3892
www.hetvrijevolk.com/?pagina=3911
Zoals
gezegd: publieke omroepen trekken zich niets aan van het publiek, het zijn
feitelijk tweeslachtige, verkapte commerciële omroepen die zich sedert jaar
en dag,
nota bene zonder sancties van betekenis, schuldig
maken aan overtreding van Europese rechtsregels inzake verboden
concurrentievervalsing.
Een
duidelijk bewijs dat de publieke omroepen zich niks van belastingbetalers
aantrekken is het letterlijk in het oog springende fenomeen omroeplogo.
Dit
computergestuurde verschijnsel werd voor het eerst in september 1993 door de
netmanagers van Nederland 1, 2 en 3 zonder toestemming van de belastingbetalers,
lees: tv-kijkers gelanceerd. Tot op de huidige dag blijven deze drie dikbetaalde
omroepbobo’s volhouden dat met toepassing van omroeplogo’s de herkenbaarheid
van
de
Nederlandse tv-kanalen verbeterd zou worden. En dat is niets anders dan
misleidende, Hilversumse arrogantie, overgoten met een penetrant ruikend links
sausje.
In de
tijd dat we slechts de beschikking hadden over Nederland 1 en Nederland 2 alleen
via de zgn converter konden ontvangen, bestonden er ook geen omroeplogo’s!
Feit:
alle belangrijke Nederlandse tv-frequenties zijn nu in talloze moderne
tv-afstemautomaten vastgelegd.
En als
tv-kijker mag u namelijk kwaliteit voor uw belastinggeld verlangen (wie betaalt, bepaalt), in dit geval
een tv-beeld zonder detailvervuilende logo’s.
Maar
daar hebben de “dames & heren” in Hilversum geen boodschap aan: zij
zullen wel even voor u gaan bepalen wat goed voor u is, nota bene op uw eigen
kosten!
Dan
start op 19 juli 2007 op Nederland 1 het Trosprogramma “Lachen met de Tros”.
De kijker krijgt uitgemolken humor uit de Trosarchieven voorgeschoteld.
En ja
hoor, het is weer bingo, want daar verschijnt ongevraagd rechts onderin beeld een nieuw smiley omroeplogo
van de Tros…!!!
Het
voorgaande sluit perfect aan op een opmerking van Kees Sorgdrager in de Elsevier
van oktober 2002, namelijk:
“De
publieke omroep is heel erg ziek. Het is een soort ziekenomroep. De patiënten
zitten achter de microfoon”.
En onze
dik betaalde omroepbobo J.Daalmeijer kraait: simpele, rechte lijnen, primaire
kleuren, een paar “idents” en dat voor de meeneemprijs van slechts…
één
miljoen euro…!!
Daar is
het niet bij gebleven: bovenstaande omroeplogo’s zijn tussen 2003 en 2007 met
behulp van uw belastinggeld opnieuw gewijzigd.
Refererend
aan de uitspraak van J.Goebbels slikken hele volksstammen vandaag de dag nog
steeds de Haagse en Hilversumse propaganda, dat de publieke
omroepen
“niet-commercieel en onafhankelijk” zouden zijn. FEIT: als je van wie dan ook financiële
ondersteuning krijgt, ben je niet onafhankelijk.
Het
budget voor de publieke omroepen bedraagt op dit moment een kleine 700 miljoen
euro. http://www.cvdm.nl
Voor het
geval dat het u is ontgaan: sedert 1967 mogen publieke omroepen reclame op radio
en televisie uitzenden en op een gegeven moment kwam ook
de
programmasponsoring in zwang. Derhalve ontvangt de publieke omroep jaarlijks een
kleine 200 miljoen euro van de Ster. http://www.ster.nl
Met een
totaal inkomen van om en nabij de 900 miljoen euro zijn de publieke omroepen tot
op de huidige dag niet instaat goede programma’s te produceren.
Waar dat
gigantische bedrag dan wel aan wordt besteed is regelmatig in het nieuws.
Figuren zoals hieronder kunnen nu met gemak aan de fameuze lijst van Quote
worden toegevoegd. Hun pensioen is verzekerd, hoe uw pensioen straks uitvalt is
en blijft nog een groot vraagteken.
En dan
worden we ook nog opgezadeld met de jaarlijkse
sigaren uit eigen doos in de vorm van zomerse herhalingen onder het mom van:
“Het
klootjesvolk is veel te druk met andere dingen om commentaar te leveren en ze
kunnen lang niet alles gezien hebben”. Want op 10 juli 2007 werd voor
de
verandering (…) de Onedin Line weer eens uit de stoffige omroepkast gehaald.
En wat dacht u van het volgende voorbeeld van KRO-herhalingsdrift uit
een
VPRO-gids van eind vorige eeuw: adventsliederen
op de valreep van de zomer…
Hamvraag:
zijn er ten aanzien van DE BODEMLOZE PUT
VAN DE PUBLIEKE OMROEPEN bij u al een paar(nog niet verboden gloei)lampen
uitgegaan?
Snapt u
nu dat het verhaaltje inzake “niet-commerciële en onafhankelijke” publieke
omroepen slechts onversneden, gebakken Haagse en Hilversumse putlucht is?
Niet
voor niets zei Mr. F.Kuitenbrouwer in de NRC van 22-9-1984, dat het openbare
gezag functioneert bij de gratie van de juridische achterlijkheid van de burger.
Het moet
nu maar eens duidelijk zijn dat bedelen moet worden overgelaten aan daklozen,
drugsverslaafden en ander werkschuw volk, anders gezegd: indien het
inkomen
van de publieke omroepen en noodlijdende persorganen in dit land te wensen
overlaat, is adverteren en commercieel gaan de enige optie om dat
probleem
op te lossen. Publieke omroepen moeten ook niet denken dat ze tot in lengte van
jaren hun huidige, “niet-commerciële en onafhankelijke” spelletje
kunnen
volhouden. Het is slechts een kwestie van tijd dat publieke omroepen volledig
commercieel zullen gaan (denk hierbij aan de pogingen daartoe door de Vara
en de
Tros!) dan wel van het omroeptoneel zullen verdwijnen. Behoudens een aantal
uitzonderingen mag van ieder individu in dit land worden verwacht zelfstandig
in eigen
onderhoud te kunnen voorzien. Het kan dus niet zo zijn dat als noodlijdende
persorganen en een paar publieke omroepen met het bordje “overheid” gaan
zwaaien, onmiddellijk de portemonnee getrokken moet worden. U kunt als
belastingbetaler veel doen door goed na te denken over hetvolgende.
De
constructie omroepbijdrage plus reclame op publieke radio- en TV-netten in
Nederland is sedert jaar en dag concurrentievervalsend.
Deze
constructie is bovendien in strijd met Europese regelgeving en is verboden.
Politiek Den Haag weet dat ook, maar doet niets.
In de EU
kennen we commerciële en publieke omroepen.Een tussenweg is niet mogelijk. Dat
de eerdergenoemde verboden constructie tot op heden niet is
aangepakt
is niet alleen een gevolg van de
politieke samenstelling van de achter ons liggende kabinetten, maar ook van het
huidige kabinet en dat alles heeft zijn
wortels
in het (veelal linkse, confessionele) stemgedrag van het electoraat. Het heeft
ook te maken met de laksheid van de Europese Commissie in Brussel.
Vanwege
redenen van praktische aard is dit stuk qua lengte zo kort mogelijk gehouden.
Door
“publieke omroep” in de zoekmachines van de www.telegraaf.nl , www.volkskrant.nl
, www.hetvrijevolk.com
in te voeren
kunt u
b.v. alle info lezen aangaande de door de Europese Commissie aan de publieke
omroep opgelegde boetes. Die boetes maken geen indruk, want tot op de
huidige
dag is de verboden constructie omroepbijdrage plus reclame op de publieke
Nederlandse radio- en tv-netten nog steeds volop in bedrijf.
Een
aantal artikelen over dit onderwerp zijn te vinden op: www.minocw.nl
Een
lijst van gesubsidieerde persorganen is opvraagbaar bij: www.bedrijfsfondspers.nl
Adres/Bedrijfsfonds
voor de Pers: Prinsessegracht 19, 2414AP Den Haag. Tel 070-3617111. Fax
070-3617108.
Vanaf 1
juli 2007 is de naam veranderd en heet nu Stimuleringsfonds voor de Pers.(Nb,
dat “stimuleren” geschiedt nog altijd zonder uw goedkeuring..!!!)
Meer
over luitenant Arthur Freudenberg en zijn 15 man sterke propagandakompanie
“Holzhammer” in Dick Verkijk’s boek Radio Hilversum 1940-1945.
(dit
standaardwerk is alleen nog via
antiquariaten verkrijgbaar)
Adhesiebetuigingen
kunt u sturen naar Postbus 193 3880 AD PUTTEN
Maar heeft u inmiddels ook heel goed begrepen?
Referentie 1: Bron Memo Openbaar Ministerie Team Gevoelige Zaken over Hop 4 juni 2012 Daphne van der Kolk aan Ron Tenge
Citaat: De heer Hop is een kinderbeschermingdeskundige die veel families en ouders bijstaat wanneer zij te maken krijgen met de Raad voor de
Kinderbescherming en andere jeugdzorg instanties. Hij is van huis uit geen jurist of hulpverlener
maar heeft in de loop der tijd veel ervaring
opgedaan met dergelijke zaken. Daarbij laat hij zich zeer kritisch uit over deze instanties. Tevens is hij oprichter van de (gemeentelijke) politieke partij Groep Hop. Zie ter info de site www.burojeugdzorg.nl, geen website van BJZ, maar een domeinnaam geclaimd en ingevuld door de heer Hop.
Referentie 2: Bron Memo Openbaar Ministerie Landelijk Coördinerend officier van justitie Bovenregionaal Recherche Overleg (BRO)
Teamleider Maatwerkzaken over Hop 11 juni 2012 Citaat: Complicerende factor in het verhaal is dat de heer Hop een politiek zeer actieve persoon is. Citaat:
Het Gevoelige Zaken Overleg (GZO) is voorstander van een frontale opsporingsactie op Hop oftewel halen en (als spraakzame "Don Quichot") doen bekennen en vervolgen. Peter van Hagen aan mr. R. Tenge en D. van der Kolk.
Een FRONTALE OPSPORINGSACTIE op Hop, OPHALEN, DOEN BEKENNEN EN VERVOLGEN!
581 Troonrede 2019
Tot uw dienst. J. Hop Ermelo publiceert alle troonredes 1900-2019 voor u op internet!
50
Hop moet bloeden schrijft een "CHRISTELIJKE" jeugdzorgadvocaat in de
landelijke strijd om afgifte contactjournaal gezinsvoogd
Ik beken geen letter! Hebben jullie dat allemaal heel goed begrepen!
579 Troonrede 2018
562 Troonrede 2017
560 Troonrede 2016
514 Troonrede 2015
247 Troonrede 2014
567 Troonrede 2013
254 Troonrede 2012
477 Troonrede 2011
660 Troonrede 2010
616 Troonrede 2009
662 Troonrede 2008
Troonrede 2007
Troonrede 2006
Troonrede 2005
Troonrede 2004
Troonrede 2003
Troonrede 2002
Troonrede 2001
Troonrede 2000
Troonrede 1999, 1998, 1997,
1996, 1995, 1994, 1993, 1992, 1991,1990
Troonrede 1989, 1988, 1987,
1986, 1985, 1984, 1983, 1982, 1981, 1980
Troonrede 1979, 1978, 1977,
1976, 1975, 1974, 1973, 1972, 1971, 1970
Troonrede 1969, 1968, 1967,
1966, 1965, 1964, 1963, 1962, 1961, 1960
Troonrede 1959, 1958, 1957,
1956, 1955, 1954, 1953, 1952, 1951, 1950
Troonrede 1949, 1948, 1947
1946, 1945, geschiedenis omroepbijdrage
Troonrede 1939, 1938, 1937,
1936, 1935, 1934, 1933, 1932, 1931, 1930
Troonrede 1929, 1928, 1927,
1926, 1925, 1924, 1923, 1922, 1921, 1920
Troonrede 1919, 1918, 1917,
1916, 1915, 1914, 1913, 1912, 1911, 1910
Troonrede 1909, 1908, 1907,
1906, 1905, 1904, 1903, 1902, 1901, 1900
www.bureaujeugdzorg.nl
www.burojeugdzorg.nl
Referenties
Disclaimer
Contact
Copyright © 1997-2019 J. Hop. Alle rechten voorbehouden.